Van Weelden, L., & Mak, P. (2009). De invloed van verwijzingen tussen tekst en beeld op het leesproces. In W. Spooren, M. Onrust, & J. Sanders (eds.), Studies in Taalbeheersing volume 3 (pp. 419-428). VU Amsterdam, Nederland.

Weelden, L., van; Mak, P.

2009

Van Weelden, L., & Mak, P. (2009). De invloed van verwijzingen tussen tekst en beeld op het leesproces. In W. Spooren, M. Onrust, & J. Sanders (eds.), Studies in Taalbeheersing volume 3 (pp. 419-428). VU Amsterdam, Nederland.

Mayer & Gallini (1990) hebben onderzoek gedaan naar het effect van het gebruik van pijltjes om in een instructief document tekst en beeld met elkaar te verbinden. Ze vonden dat de leerprestatie beter was wanneer de tekst met behulp van pijltjes was verbonden met de relevante delen van de illustraties dan wanneer de pijltjes niet aanwezig waren. In het onderzoek dat in dit artikel wordt beschreven, stond centraal wat het effect was van het gebruik van pijltjes op het verwerkingsproces. Daarbij werd gebruik gemaakt van oogbewegingsmetingen. Er waren drie condities: een conditie met allen tekst, een conditie met tekst en beeld en een conditie waarbij er pijltjes waren van de tekst naar de relevante delen van het beeld. Uit de resultaten bleek dat de verbindende pijltjes het effect hebben dat er meer schakelingen plaatvinden tussen tekst en beeld, dan wanneer er geen pijltjes zijn. Ook zijn die schakelingen gelijker verdeeld over de tijd die de lezers besteden aan het verwerken van het materiaal. Tevens bleek dat de pijltjes geen effect hadden op de leestijd van de tekst, maar wel op de tijd die de proefpersonen besteedden aan het beeld: wanneer er verbindende pijltje waren, werd er meer tijd beseeld aan het beeld.

Uit de resultaten bleek dat de verbindende pijltjes het effect hebben dat er meer schakelingen plaatvinden tussen tekst en beeld, dan wanneer er geen pijltjes zijn. Ook zijn die schakelingen gelijker verdeeld over de tijd die de lezers besteden aan het verwerken van het materiaal. Tevens bleek dat de pijltjes geen effect hadden op de leestijd van de tekst, maar wel op de tijd die de proefpersonen besteedden aan het beeld: wanneer er verbindende pijltje waren, werd er meer tijd beseeld aan het beeld.

31

12