Kamalski, J., Lentz, L., & Sanders, T. (2004). Coherentiemarkering in informerende en persuasieve teksten. Tijdschift Voor Taalbeheersing, 26(2), 85-103.

Kamalski, J.; Lentz, L.; Sanders, T.

2004

Kamalski, J., Lentz, L., & Sanders, T. (2004). Coherentiemarkering in informerende en persuasieve teksten. Tijdschift Voor Taalbeheersing, 26(2), 85-103.

Link naar artikel

geen


Over het effect van coherentiemarkering op hetbegrijpen van informerende teksten is al het een en ander bekend. Dit onderzoek richt zich op hetuitbreiden van deze theoretische en experimentelekennis door een verbeterde replicatie vanMcNamara en Kintsch (1996), waarin demanipulaties van coherentiemarkeringen en deoperationalisering van voorkennis zijn aangepast.Eerder onderzoek concentreerde zich vooral opcognitieve effecten van coherentiemarkering. In ditonderzoek wordt ook aandacht besteed aanaffectieve effecten. Bovendien worden naastinformerende teksten een tweede teksttypeonderzocht: persuasieve teksten. Uit een eersteexperiment blijkt dat het effect vancoherentiemarkering en voorkennis verschilt inbeide genres: op begrip treedt in informerendeteksten een interactie-effect van coherentiemarkeringenen voorkennis op, in persuasieveteksten is sprake van een hoofdeffect vancoherentiemarkeringen op begrip. In beide genreswordt de impliciete versie negatiever beoordeeld.



Wat tekstbegrip betreft, is het onderzoek van McNamara en Kintsch (1996) gerepliceerd met een zorgvuldiger geconstrueerde tekst en manipulatie. We vonden een interactie-effect van voorkennis en coherentiemarkering: lezers zonder voorkennis scoorden hoger op tekstbegripvragen na de expliciete versie, voor lezers met voorkennis was het verschil in prestatie na de expliciete versie en na de impliciete versie niet significant.



80

2